Nishikori, Cilic, Tsonga of Monfils in huis? Dat kan!
Ja het is echt waar. Deze toppers hebben vroeger allemaal op TC Bakkum gespeeld. Van zondag 2 juli tot en met zondag 9 juli zal op ons park het TC Bakkum Dutch Junior Open weer plaatsvinden. Vijf jaar geleden werd het onderbrengen van spelers bij gastgezinnen afgeschaft, maar het goede nieuws is dat het vanaf dit jaar weer is toegestaan om spelers onderdak te geven bij jullie thuis. Voor dit jaar zijn we dringend op zoek naar gastgezinnen. Voorheen hebben spelers als Kei Nishikori (nummer 5 van de wereld), Marin Cilic (nummer 7), Jo-Wilfried Tsonga (nummer 8) en Gaël Monfils (nummer 11) ook meegedaan op TC Bakkum én zijn ondergebracht in een gezin. Hoe geweldig zou het zijn als je zo’n toekomstige topper in huis hebt gehad in zijn of haar jeugdjaren?!

Om een beter beeld te geven hoe het is om een gastgezin te zijn, hebben wij Jan Tunteler geïnterviewd, die in het verleden maar liefst zeven jaar gastouder is geweest. In die zeven jaar heeft hij elk jaar 3 spelers in huis gehad, dus in totaal ongeveer 21 spelers. Deze spelers kwamen uit allerlei verschillende landen in Europa, maar ook uit India.

Waarom bent u vroeger gastouder geworden?
“Ik wilde een keer komen kijken bij het toernooi om te zien hoe het was. Toen werd er nog gezocht naar een chauffeur voor de spelers en dat wilde ik graag doen. Destijds waren alle spelers al in een gastgezin geplaats, maar werd er aan mij gevraagd of ik dan komend jaar gastouder wilde worden. Zo ben ik er eigenlijk ingerold’’.

Wat zorgde ervoor dat u elk jaar weer gastouder wilde zijn?
“Omdat het gewoon heel leuk is! Ik heb drie dochters en die zaten toen in dezelfde leeftijdscategorie als de spelers. Dus die meiden vonden het ook leuk dat ze dan eens wat anders hadden dan een hotelkamer’’.

Wat is het leukste aspect aan het zijn van een gastouder?
“Dat je contact krijgt met kinderen uit andere landen. Dat je ziet hoe veel ze ervoor moeten laten en doen om het allemaal te bereiken. Uiteindelijk zijn het ook gewoon nog pubers in hun doen en laten. Ook voor mijn dochters was het elk jaar weer super leuk’’.

Hoe ziet een dag met de spelers er uit?
“Je stond ‘s ochtends praktisch allemaal tegelijk op, dan gingen we met z’n allen ontbijten. Daarna moest ik al naar de tennisclub toe, omdat ik moest helpen met het ophalen en wegbrengen van de spelers. In de loop van de dag gingen we allemaal weer naar huis en zaten we met z’n allen aan het avondeten. Daarna werden ze op sleeptouw genomen door mijn dochters, dan gingen ze allemaal leuke dingen doen.”

Hoe gaan de spelers om met de cultuur van Nederland?
“Heel verschillend. Het hangt ervan af uit wat voor land ze komen. Als ze uit België of Duitsland komen, heeft de Nederlandse cultuur geen impact op de spelers. Het wordt wat lastiger als ze uit Oost-Europa komen, want er wordt van die spelers verwacht dat ze prof worden, dus die moeten het gezin dat hogerop brengen. Maar de meeste spelers gaan heel goed om met de andere cultuur en vinden het geweldig om er meer over te weten’’.

Heeft u nog contact met spelers die u in huis heeft gehad?
“Mijn oudste dochter die heeft heel lang contact gehad met een meisje uit Duitsland. Één jaar heb ik een Spaans meisje in huis gehad die het ontzettend naar d’r zin heeft gehad. Twee jaar geleden kwam er een Spaanse vrouw naar me toe en vraag me: “weet je nog wie ik ben?’’ Ze bleek het Spaanse meisje te zijn die ik toen in huis heb gehad. Ze was coach geworden’’.